Corona in Burkina Faso

Het eerste besmettingsgeval van COVID-19 in Burkina Faso werd op 9 maart 2020 vastgesteld. Gelukkig wisten landen in West-Afrika, waaronder Burkina Faso, veel alerter en sneller te handelen dan Europa in het buiten de deuren houden van het virus. Het continent Afrika heeft haar lessen geleerd van epidemieën als Ebola, waarbij het weet dat snel ingrijpen de enige manier is om een grootschalige ramp te voorkomen. Op 20 maart sloot Burkina Faso haar luchthavens, werden afstandsmaatregelen geïmplementeerd en werd er zelfs een avondklok ingesteld voor alle bewoners van het land. Vanaf dat moment tot en met 1 juni moesten alle scholen in het land bovendien sluiten, waaronder dus ook onze ambachtsschool en landbouwschool. Deze strenge maatregelen hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat het coronavirus niet echt voet aan wal heeft kunnen zetten in Burkina Faso en andere West-Afrikaanse landen. De zware klappen die Europa te verduren kreeg, met de piek van besmettingen en doden, is dus Burkina Faso bespaard gebleven. Dit betekent helaas niet dat de situatie in het land goed is. Burkina Faso verkeerde namelijk al langer in een complexe humanitaire- en veiligheidscrisis die voornamelijk is ontstaan door groepen rebellen en extremistische terroristen, met een grote vluchtelingenstroom in het land als gevolg. De coronacrisis heeft deze situatie nog meer onder druk gezet. 

Noodfonds

De situatie in Burkina Faso verslechterde dus toen de coronamaatregelen het land op slot gooiden. Doordat zoveel mensen al op de vlucht waren van hun huis, met name in het noorden van het land, dreigde een humanitaire ramp van ongekende orde, waarbij meer dan twee miljoen mensen geen toegang zouden gaan hebben tot voldoende voedsel. Grote ontwikkelingsorganisaties schoten te hulp om het voedseltekort tegen te gaan, maar ook wij als stichting M.O.E.T. waren er in onze bescheiden hoedanigheid van overtuigd dat we zoveel mogelijk moesten doen om de lokale bevolking te ondersteunen. Omdat onze scholen gesloten waren, besloten wij onze leerlingen en leraren die daardoor thuiszaten te helpen door het opzetten van een noodfonds. Vanuit dit noodfonds konden onze leerlingen en leraren maandelijks in de periode van april tot en met augustus pakketten met daarin voedingsmiddelen, zoals maïs, rijst en olie, en sanitaire middelen zoals handzeep en desinfectiegel ophalen op onze ambachtsschool in Bobo-Dioulasso. Naast een voedseltekort was ook de verspreiding van misinformatie over het coronavirus een probleem in Burkina Faso. Daarom ontvingen onze leerlingen bij hun noodpakketten ook flyers met informatie over het coronavirus, zoals uitleg hoe je besmetting met het virus kunt voorkomen. Door de verstrekking van de noodpakketten hebben we in ieder geval onze leerlingen, leraren, en hun families meer zekerheid kunnen bieden in een verder onzekere periode voor het gehele land. Gelukkig namen net als in Nederland de coronamaatregelen gedurende de zomer weer af, waardoor onze ambachtsschool op 1 juni haar deuren weer kon openen. Onze leerlingen konden toen onder enkele maatregelen hun onderwijs weer hervatten, zoals het dragen van een mondkapje en het behouden van genoeg onderlinge afstand.

Foto’s